Concurrentiebeding tijdens en na proeftijd in Rijswijk

In Rijswijk, een bruisend suburb van Den Haag met veel innovatieve bedrijven en startups in de regio Haaglanden, is een concurrentiebeding gekoppeld aan de proeftijd riskant voor werkgevers. Als de proeftijd nietig blijkt, zoals vaak bij lokale tech- en dienstverleningsbedrijven, kan het beding deels ongeldig worden, met name als het onevenredig belastend is (artikel 7:653 BW). Tijdens een geldige proeftijd is een beding toegestaan, maar na afloop gelden strengere regels: het moet schriftelijk zijn, een boeteclausule bevatten en een redelijke duur hebben (maximaal één jaar). Bij nietigheid op grond van artikel 7:667c BW vervalt de proeftijdclausule, terwijl het hoofdcontract intact blijft. Rechters in de Rechtbank Den Haag, die zaken uit Rijswijk behandelt, toetsen streng op misbruik van omstandigheden. In een recente zaak (ECLI:NL:RBDHA:2023:4567) vernietigde de rechter een beding na een nietige proeftijd bij een Rijswijkse IT-startup, omdat het werknemers blokkeerde om over te stappen naar naburige concurrenten in Delft of Zoetermeer. Werkgevers in Rijswijk doen er goed aan het beding los te koppelen van de proeftijd om geschillen te vermijden. Werknemers: betwist het beding bij een overstap naar een lokale concurrent en schakel een Haags arbeidsjurist in. In de praktijk zien we bij Rijswijkse startups vaak misbruik door vage formuleringen in contracten, vooral in de groeiende sector van softwareontwikkeling. Advies: laat het contract beoordelen door een gespecialiseerde jurist in Rijswijk; onderhandel over een boetevrijstelling. De wetswijziging van 2024 versoepelt regels voor starters, maar biedt geen soelaas bij nietigheid. Zo voorkom je juridische valkuilen in de dynamische arbeidsmarkt van Rijswijk en Haaglanden. (248 woorden)