Privacy en AVG in het frauderegister letselschade Rijswijk
Frauderegister letselschade Rijswijk verwerkt data op gerechtvaardigd belang onder AVG. Rechten: inzage, rectificatie, vergetelheid. Klachten bij AP; DPIA verplicht. Transparantie algoritmes cruciaal, lokaal Haags perspectief. (32 woorden)
AA
Arslan AdvocatenJuridische Redactie
2 min leestijd
Het frauderegister letselschade in Rijswijk balanceert fraudebestrijding met privacyrechten onder de AVG, vooral relevant voor lokale verzekeraars en letselschadeclaims uit de regio Haaglanden. Persoonsgegevens zoals naam, BSN en claimdetails uit Rijswijkse ongevallen worden verwerkt op basis van 'gerechtvaardigd belang' (artikel 6 AVG). Verzekeraars in Rijswijk moeten een DPIA uitvoeren voor risicovolle verwerkingen, rekening houdend met de nabijheid van de rechtbank Den Haag. Betroffenen hebben recht op informatie (art. 13-14), inzage (art. 15), rectificatie (art. 16) en vergetelheid (art. 17). De CFEL blijft verwerkingsverantwoordelijke en publiceert een privacyverklaring, aangepast aan Rijswijkse context. Gegevensdeling met politie of FIOD vereist een noodzaakstoets, met extra aandacht voor lokale verkeersongevallen. Klachten gaan naar de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die boetes tot 20 miljoen euro kan opleggen. Rechtspraak van de Rechtbank Den Haag, vergelijkbaar met CBF Amsterdam-zaken, eist minimale data en retentieperiodes voor Rijswijkse registers. Automatische opname is verboden; een 'redelijk vermoeden' is essentieel, bijvoorbeeld bij claims na incidenten op de A4 bij Rijswijk. Slachtoffers kunnen schade claimen bij datalekken via de kantonrechter in Den Haag. De NVV heeft een code of conduct voor compliant gebruik, met lokale richtlijnen voor Haagse verzekeraars. Experts waarschuwen voor overretentie in Rijswijkse dossiers, wat disproportioneel is. Transparantie over algoritmes bij fraudescoring is verplicht onder de opkomende Algoritmetransparantiewet.